Voordat ik me inschreef voor deze stage heb ik eerst nog lichtelijk getwijfeld. Zou ik al ver genoeg zijn om deze stage te doen en is mijn materiaal wel goed genoeg? Na met enkele andere delta-vrienden het hierover gehad te hebben kwam ik al snel tot een conclusie. De DP-stage zou een logische stap zijn en ik zou dit allemaal aankunnen.
Na mij ingeschreven te hebben werd er drie maanden van tevoren een bijeenkomst gehouden waarin verteld werd wat ons te wachten zou staan. Bijna iedereen was aanwezig en het enthousiasme van iedereen was aanstekelijk, want de komende periode tot aan de DP-stage duurde erg lang!
In de tussentijd ben ik nog een lang weekend wezen vliegen in de Vogezen met mijn nieuw aangeschafte harnas. Op deze manier zou ik al redelijk ingevlogen zijn en mijn niet meer zorgen hoeven te maken over of mijn nieuwe harnas wel goed was of dat mijn starts en landingen wel okee waren.
De stage zou zaterdag 24 juli beginnen en aangezien ik de tijd wilde nemen ben ik al op woensdag richting Laragne vertrokken. Waar het in Nederland vies guur weer was en het BBQ-weer van Piet Paulusma alleen maar vieren kon krijgen, was het na 1150 kilometer rijden veel beter. Hier zou de plaatselijke Pierre zich alleen maar zorgen hoeven te maken over de thermiek, want het BBQ-weer zou toch altijd een tien krijgen.
De camping stond bij aankomst al helemaal vol met deltavliegers. Na enkele rondjes gelopen te hebben over de camping kwam ik toch wel tot de conclusie dat er geen bekenden waren. Eenmaal mijn tent opgezet, kwam ik uiteindelijk toch bekenden tegen, waarna ik uit oogpunt van gezelligheid mijn tent even later heb verplaatst.
Donderdag de verplichte rustdag. Deze heb ik per toeval gebruikt om op de Aspres alvast wat rond te kijken. Harm ging hier vliegen nadat er geruchten waren dat de slechte weg naar boven opgeknapt zou zijn. Deze weg was dan inderdaad goed te rijden met de auto en wat een prachtige stek zeg. Er is plaats genoeg om enkele honderden deltavliegers op te bouwen en een hele ridge om over weg te starten. Harm vond het deze dag niet zo heel erg vliegen, met een dikke vette referentie aan Monte Cucco. Heel veel (eigenlijk bijna alles) wordt door dit initiatiefrijke stel gecucco’d (*nieuw* voor in de Dikke Van Dale).
Op vrijdagavond was het dan zo ver, de eerste ontmoeting met de hele groep en met Dennis Pagen. Ik was van tevoren erg benieuwd naar de uitstraling van Dennis, aangezien wij zowat allemaal zijn vliegbijbels thuis hebben staan en hij als deltavlieger het nodige bereikt heeft. Wat dat betreft kwam hij rustiger over dan ik gedacht had, maar wel met een nodig portie charisma.
Tijdens deze eerste ontmoeting kreeg iedereen de gelegenheid zich voor te stellen en gaf Dennis een kort overzicht van hoe de week er ongeveer uit gaan zien. Globaal gezien zou het van 9 uur ’s ochtends tot ongeveer 11 uur theorie zijn om daarna met de busjes naar een startplek te rijden om daar te gaan vliegen.
Zaterdag ochtend werd meteen al duidelijk dat er niet gevlogen zou gaan worden, want er stond een enorme mistral wind. Deze dag werd dan ook uitgebreid door Dennis gebruikt om theorie te geven tot een uur of 2. Uiterst leerzaam allemaal, maar waar was de airco in ons kleine klaslokaaltje? Keep on hydrating dus (volgens Dennis één van de basisregels van veilig vliegen).
Op zondag was het eindelijk zover, er kon gevlogen worden. Eerst kregen we nog de nodige theorie. Deze keer voornamelijk alles rondom het landen. Nadat onze vliegers op de 2 wagens waren geladen, werden we door chauffeur Rik eerst naar het zuid landingsterrein gereden om deze te bekijken. Dennis gaf hier uitleg over de omstandigheden en hoe te landen. Na een enorm gekakel van iedereen kwamen we boven op de Chabre, waar ongeveer 60 vleugels stonden opgebouwd. Zelf had ik nog nooit zoveel vleugels bij elkaar gezien, echt prachtig. Een aantal bekende stonden al opgebouwd, die bijna klaar waren voor de start. Zelf moesten we wachten totdat een groot gedeelte vanaf de zuid start van Chabre was weg gestart, zodat er plek vrij kwam voor ons. Wij hebben dus eerst al onze pakzakken tot aan de start plaats gebracht, om vervolgens als toeschouwers te kijken naar de NK deelnemers. Het wijmakeneenflim team was ook aanwezig om opnames te maken. Vervolgens een half uur staan kijken naar diverse deelnemers die aan het starten waren. Erg imposant om dat te zien. Veel goede starts, maar ook enkele slechte starts. Iedereen knalde meteen omhoog en het merendeel zat op minstens 600 meter boven de Chabre om nog meer hoogte te tanken om vervolgens weg te steken richting zuiden. De taak was immers met een keerpunt richting Valence (vliegveld). Nadat wij opgebouwd waren kregen we van Dennis een korte briefing over wat wij gingen doen. Onze taak zou precies dezelfde zijn als het NK, met als 1 uitzondering en dat is dat wij geen keerpunt mee zouden krijgen. Vervolgens kreeg Wayne de groep met enkeldoekers en enkele vliegers die bij hem in de groep wilde. De topless toestellen kwamen bij Dennis zelf terecht en de intermediates (met enkele topless toestellen) bij Harm. Nadat ik zelf gestart was met een windsnelheid van ongeveer 5-6 m/s. kwam ik redelijk makkelijk naar boven. Harm had aan ons aangegeven dat we met minstens 400 meter weg konden steken vanaf de Chabre richting het zuiden naar de volgende ridge. Nadat ik eerst op 1973 meter was gekomen ben ik op 1830 meter weggestoken (+ 600 meter boven start). Ik ondervond enorme sink richting de ridge (max. en min van 8.0 m/s) en kwam links onder de ridge uit met vrij weinig hoogte. Met nog een beetje pielen kwam ik weer een klein beetje op hoogte, maar dit viel niet te houden. Op dat moment had ik al een landingsveld uitgekozen om te gaan landen, maar na nog enkele kleine belletjes omhoog zag ik op nog mooier landingsterrein een deltavlieger die geland was. Onder het mom van social suck ben ik daar naartoe gevlogen. Aan de bomen zag ik hoe de windrichting stond. Na een net circuit kwam ik uiteindelijk op final aan, die ik eigenlijk eerder had moeten inzetten, want door de harde wind vloog ik 20 meter achter het landingterrein. Toch heb ik mijn vleugel nog netjes kunnen neerzetten.Uiteindelijk zijn er 8 vleugels op hetzelfde terrein geland (Harm, Phil 1 en 2, Frans, Robert, Theo, ik en een Franse piloot. Nadat ik ons had aangemeld bij de ophaaldienst kwam Cornelia ons een half uur later ophalen. Iedereen had natuurlijk verhalen te over, maar mijn (eigenlijk onze) afstand van 8 km was door enkele overtroffen. Michiel had 26 kilometer gevlogen en Dietrich 43. Dennis zelf was op goal gekomen.
Op Maandag hebben we extra theorie gehad over thermieken omdat de dag uitviel voor vliegen. In eerste instantie zouden we nog naar Mens gaan (op 80 km van Laragne), maar daar bleek de wind cross te staan. Deze plek blijkt door de Mistral minder beïnvloed te worden.
Op Dinsdag werd er gelukkig weer gevlogen. Na weer de nodige theorie tot ons genomen te hebben gingen we wederom naar Chabre toe. Deze keer was het wederom druk met deltavliegers, maar niet zozeer van het NK. Er was namelijk een Ierse competitie gaande en tevens was er een groep Franse piloten bezig met een cursus. De taak voor vandaag zou via de ‘toothridge’ (L’Ubac) naar Sisteron gaan, om daar naar één van de bergen in het oosten te vliegen, om daarna weer naar de camping terug te keren. Na even gewacht te hebben op de startplaats kon er gestart worden. De Noordenwind zorgde er deze dag voor dat er in ieder geval flink hoger weg gestoken zou gaan worden vanaf de Chabre richting het zuiden. De dag hiervoor had ik de fout gemaakt om niet de gehele bel uit te melken, dus met bijna 1400 meter boven de start ben ik weggestoken richting het zuiden. Met enorme sink kwam ik met redelijke hoogte boven de volgende ridge uit. Helaas was hier niets meer te vinden en moest ik na 53 minuten vliegen even ten westen van Ribiers landen. Wederom een onbekend landingsterrein, waar ik maar enkele meters had overgehouden om niet in een boom terecht te komen. Achteraf bleek dat ik met de helling lichtelijk naar beneden was geland. Gelukkig leer je hier veel van.
Op woensdag zijn we vanwege Zuiden-wind voor het eerst met de groep naar de Aspres gegaan. De taak was om via de Westelijke ridges naar de camping te vliegen. Deze dag zat ik bij Wayne in de groep die ons mee gaf bij de berg zoveel mogelijk hoogte te pakken om weg te steken. Helaas was het voor mij niet een goede dag. Nadat ik bij ruim 1500 meter hoogtewinst had gepakt had ik door de enorme sink en tegenwind niet voldoende hoogte om boven de volgende ridge uit te komen. Voor de groep zelf was dit ook een slechte dag aangezien er 2 cursisten, Phil en Frans problemen hadden. Phil vergat zijn VG eraf te halen en heeft zijn deltavleugel in de bomen geparkeerd. Buiten wat scheurtjes en een beetje geschrokken te zijn was er niets aan de hand. Frans had wat grotere problemen, want hij boorde zijn vleugel in de bomen, nadat hij 600 meter naar beneden was gespiraald. De hulpdiensten hebben hem snel naar het ziekenhuis in Gap gebracht. Hier werd niets ernstigs geconstateerd en kon hij meteen weer terug naar Laragne. De schik zat er in ieder geval goed in en iedereen was blij om Frans de volgende dag weer te zien. Engeltjes… bedankt!
Op donderdag wederom naar de Aspres waar de taak wederom naar de camping ging, maar deze keer moest er via de Aujour gevlogen worden. Na gestart te zijn konden we als groep al snel hoogte pakken door elkaar aanwijzingen te geven waar we zaten. Alleen van Alex had ik deze aanwijzingen niet nodig, want die zat zowat altijd in de buurt tijdens deze dag. Dan weer boven me, dan weer onder me, maar vooral proberend om gezamenlijk op dezelfde hoogte naar boven te komen. Zo kwam het voor dat we op dezelfde hoogte zaten en elkaar niet konden zien omdat we precies recht tegenover elkaar vlogen. Dit was zowel spannend als ook een leerpunt. Want zo vliegen, betekent dat je perfect gecentreerd bent en elkaar de ruimte geeft om te thermieken. Spannend natuurlijk omdat de afstand tot elkaar slechts enkele tientallen meters is.
Ik wist in ieder geval met een hoogtewinst van ruim 1200 meter richting de Aujour te vliegen. Met gering hoogteverlies kwam ik boven de Aujour aan, waar enkele andere piloten al bezig waren om verder omhoog te thermieken. Snel daarheen dus en jaja, daar ging het goed omhoog en wist ik weer hoogte te pakken om daarna gezamenlijk met Wayne richting de St. Genis te vliegen. Hier maakte ik een kleine fout door naar het Noorden van de St. Genis te vliegen en niet naar het Oosten of Westen. Wayne wist me nog op tijd richting de Westkant te vliegen. Maar buiten dat ik al flink hoogte had verloren, begon nu ook mijn rechter been te slapen. Zeer vervelend, dus vraag ik aan Wayne of hij hier nog wat op weet. Als antwoord kreeg ik in prachtig Amerikaans dialect: Keep on Thermaling,! you can worry about that later when you are landed on the camping. Dat was net wat ik nodig had, want met nog geen 100 meter boven de grond was ik van plan te gaan landen. Ik zag nog één optie om misschien nog omhoog te komen, een gemaaid korenveld, dat precies goed in de wind lag. En ja hoor, het ging ook omhoog. Alex maakte dankbaar gebruik van mij als thermalmarker (wanneer krijg ik dat biertje daarvoor nou?) Wederom kon ik 1200 meter klimmen en zag ik Laragne op een kilometer of 7 van me liggen. Ik durfde het niet aan om in één keer naar de camping te vliegen, aangezien er over het dorp gevlogen moet worden en daar geen landingsterreinen zijn. Dus dan maar richting de Chabre, misschien dat deze mij nog wat kon geven. Het was inmiddels al rond 5 uur dus zou ik erg veel geluk moeten hebben. Dit geluk had ik dus niet want na even onder tophoogte bij de Chabre aangekomen te zijn, was er niets te vinden. Ik moest dus landen op het wel heel erg turbulente noord-landingsterrein. Annet had al via Wayne (die heel de tijd boven me vloog) gehoord dat ik zou gaan landen. Voordat ik was ingepakt stond ze al klaar om me op te pikken. Het merendeel van de groep was op de camping geland, maar ik was met mijn persoonlijke record van 33 kilometer meer dan tevreden.
Vrijdag viel uit omdat de zeewind de wind op Aspres niet Zuidelijk kon maken. Wel konden we deze dag een gedeelte van de NK deelnemers over ons heen zien vliegen.
Zaterdag zou mijn laatste vlucht worden in Frankrijk, aangezien de stage voorbij zou zijn en ik daarna nog een week naar Zwitserland zou gaan met mijn vriendin. Aspres was voor de laatste maal de stek waar we zouden starten en de camping wederom het doel. Deze keer zouden we als keerpunt het einde van de Aujour ridge hebben. Dit keerpunt bleek voor velen een obstakel te worden waarna er niet ver gevlogen meer kon worden. De groep van Dennis waarin ik deze dag zat was al voor mij weggegaan, maar konden de taak niet uitvliegen. Dennis bleef een hele tijd bij mij in de buurt, maar raakte mij kwijt omdat ik vlak voor de Aujour flink hoogte had verloren. Er stond immers een sterke Zuidenwind, waardoor het zowat onmogelijk was om op redelijke hoogte weer boven de St. Genis te komen. Het keerpunt aan het einde van Aujour wist ik nog te bereiken, maar naar het zuiden komen was niet te doen. Ik kon vanwege verwaaide thermiek niet hoog genoeg klimmen en de wind kwam ook niet hoog genoeg om daarop te soaren. In een alles of niets poging ben ik nog richting het zuiden gevlogen, maar moest 4 kilometer vanaf de Aujour landen op een knollenveldje, waar drie honden mij kwamen begroeten nadat ik geland was. Deze dag had ik weliswaar niet zo ver gevlogen als twee dagen daarvoor, maar het voelde wel goed. Ik had immers een uur gevochten om weg te komen van de Aujour. Tevens had ik een persoonlijk record voor wat betreft de hoogte (3265 meter) en de vliegduur (2:33 uur).
’s Avonds was er voor alle NK-piloten en aanhang een diner dat door de camping werd aangeboden. Wederom was dit erg gezellig. En na de prijsuitreiking van het NK werd het erg laat!
Samenvattend is voor mij deze stage werkelijk super geweest. Ik hoopte op verre, hoge en lange, maar vooral mooie vluchten. Dit is allemaal gelukt. Tevens was ik van tevoren ongerust over onbekende landingsterreinen. Maar tijdens de stage heb ik mijn vleugel overal neergezet met succes. Deze ongerustheid heeft plaats gemaakt voor kennis, waardoor ik meer vertrouwen heb in onbekende landingsterreinen.
Het vliegen in een groep is zeer bevorderlijk voor je prestatie, want vier weten immers meer dan één.
Tevens heb ik weer een heleboel nieuwe piloten ontmoet en heb ik met enkele van hen kunnen vliegen. Volgend jaar doe ik hopelijk weer mee, maar dan als NK-deelnemer, want naast het vliegen was het enorm gezellig op de camping met Robert, Theo, Alex en Krukkie).
Wellicht volgend jaar dan in Italië, maar dan moeten Harm en Annet wel hard genoeg cucco’en!!
Dit verslag heeft ook in deltamagazine 102 gestaan.
Geen gebruiker reactie op dit bericht
Geef een reactie.....